top of page

Nieuwe reus Beerlanderke geboren!


Schepen van kermissen Patricia Waerniers: "De Beernemse reuzin Kallemoeie is niet langer alleen. Op de avondmarkt van 24 september 2021 baarde Kallemoeie een kind: de reus het Beerlanderke."

De Beernemse reuzin Kallemoeie is niet langer alleen. Op de avondmarkt van 24 september 2021 baarde Kallemoeie een kind: een "reuzen-joeng" het Beerlanderke, waarvan ik als schepen van kermissen de doopmeter mocht zijn, samen met dooppeter Martin D'haeninck, voorzitter van de Dorpsvrienden.


Op 25 september 2009 mocht ik als schepen van feestelijkheden de 'herbouwde' Beernemse reuzin Kallemoeie al boven de doopvont houden. Een heks of tovenares heeft vele levens en Kallemoeie kwam toen, op de avondmarkt van de Dorpsvrienden, weer tot leven. Dooppeter was Martin D’haeninck, de voorzitter van de Dorpsvrienden, en ik had de eer de doopmeter te worden.

Doop van de 'herbouwde' reuzin Kallemoeie op de avondmarkt 2009.

Kallemoeie


Kallemoeie leefde omstreeks 1800-1900 als heks of boosaardige vrouw. Die jaren, 1862-1864, was er de rechttrekking van het kanaal Gent-Oostende, en ontstond ’t Eiland (of ook later Fort), waar zij in een hut leefde. Zij hield zich bezig met het bang maken en betoveren van jonge vrijertjes, die die eenzame plek opzochten.

Haar beroep zou huishoudster geweest zijn. Haar naam had ze van de plant Kalmoes die op ’t Eiland welig tierde, samengevoegd met moeie of bemoeial.

Kallemoeies hoogte is een kleine heuvel met een natuurlijke bron of fontein, 50 meter voorbij de bocht aan Kallemoeiesdreef, aan de rechterkant.


De Kallemoeieput


Het levensverhaal van de Beernemse heks Kallemoeie


In 1946 dook zij een eerste keer als reuzin op, dit onder impuls van de familie Achiel, Marcel, Maurice en Oscar De Decker.


In 1960 werden in de Snauwhoek (Statiestraat en Parkstraat) dan de Kallemoeiefeesten georganiseerd, en dit tijdens het vierde weekeinde van september als een verlengstuk of bijkermis van de septemberkermis op het dorp. Initiatiefnemers waren Julien Charle, Archiel Deroo, Valère Vandeweghe. Monique Van Lerberghe droeg het bordje en werd later ook Miss Kallemoeie en broer Willy Van Lerberghe was de drager.


Kallemoeie kreeg dan op de Kallemoeiefeesten anno 1961 een tweede leven.

De eerste jaren trok een optocht van ’t Eiland naar de Snauwhoek en waren er daar braderie en volksspelen. Later reed de stoet in omgekeerde richting en hadden de feesten plaats onder de naam Fortfeesten in en rond het café bij Margrietje op het Fort, naast Kallemoeieshoogte. Activiteiten waren gaaibolling en volksspelen op het speelplein van Margrietje.


Een lief kon niet wegblijven en op 21 september 1963 werd de verloving met Jan van Soetenay op de feesten gevierd. Jan van Soetenay was een hoeve-arbeider en leefde voor de eerste wereldoorlog in Zoutenaaie bij Veurne, het kleinste dorpje van België. De officiële doop en de inschrijving in het gemeenteregister van Kallemoeie gebeurden op de Kallemoeiefeesten op 26 september 1964.


De reuzin was in 1979, 1980 en later te gast op de Drogenbroodfeesten en de Berenstoeten. Verloofde Jan van Soetenaye werd in 1986 aan het feestcomité van Eggewaertskapelle overgedragen en herdoopt in Hannes van Askappel (de volksnaam van Eggewaertskapelle).


De Dorpsvrienden André Zutterman en Martin D’haeninck wilden de reuzin nieuw leven inblazen en begonnen in 1987 met opzoekingen naar het geraamte en de kledij van Kallemoeie o.a. in de loods van Lucien Charle. Na een maandenlange zoektocht bleek alleen een geraamte zonder kop en wat kledij over te blijven. Dat zorgde in 1988 voor een derde geboorte. Bestuurslid van de Dorpsvrienden en schepen Jerome Waerniers liet de reuzin in samenwerking met de gemeente opnieuw opbouwen. De reuzin was jarenlang gastvrouw op haar gelijknamige koersen en op de avondmarkten van de Rozenfeesten. Dan moest zij verscheidene operaties ondergaan en verdween zijn in de gemeentelijke catacomben.